Ook Jan-Jesse Lieftink, de advocaat van de 40-jarige inwoner van Veghel, is het eens met de eis. Wel vindt de advocaat dat het delict een andere naam moet krijgen: "op dit moment spreekt het OM over moord, terwijl wij vinden dat er sprake was van hulp bij zelfdoding", legt Lieftink uit. “Volgens mijn cliënt was dit op verzoek van zijn moeder, en daar heeft hij naar gehandeld. Er zijn genoeg bewijzen in het dossier dat zijn moeder dit wilde”.

Op 27 februari wurgde G. zijn moeder totdat ze overleed. Volgens hem was dit nadat zijn moeder al vier maanden aangaf dat ze niet meer wilde leven. G. besloot om gehoor te geven aan de wens van zijn moeder en wurgde haar met een sjaal. De volgende ochtend werd zijn moeder dood aangetroffen in haar woning, terwijl G. naast haar zat.

De vader van de verdachte maakte via zijn advocaat gebruik van zijn spreekrecht tijdens de rechtszaak en zei daarin dat hij niet vindt dat zijn zoon schuldig is aan moord. “Mijn zoon is onschuldig, hij zou zelf nog geen mier kwaad doen, zoals een Turks spreekwoord luidt.

Op 15 november oordeelde de rechtbank dat Nevzat G. zich schuldig maakte aan moord. De rechtbank volgde de eis van de officier van justitie en het standpunt van advocaat Lieftink en legde hem tbs met voorwaarden op.