2020-12-14

Interview met tbs-advocaat Jan-Jesse Lieftink in Actueel Nieuws

In onze serie interviews met interessante en bijzondere mensen is het vandaag de beurt aan Jan-Jesse Lieftink. Na in 2004 de master strafrecht aan de RUG te hebben afgerond, startte hij zijn carrière als advocaat bij Cleerdin & Hamer Advocaten. In 2012 richtte hij zijn eigen kantoor op. In februari van 2020 richtte hij tevens samen met collega tbs-advocaat Abdel Ytsma een kantoor op dat zich specifiek richt op de bijstand van (potentiële) tbs-gestelden: Bureau TBS Advocaten.

Een deel uit het interview:

Kunt u iets over uw kantoor (Bureau TBS Advocaten) vertellen? Waarom heeft u ervoor gekozen dat op te richten? 

“Collega Abdel Ytsma en ik leerden elkaar kennen nog voor de oprichting van de Vereniging van TBS-Advocaten in 2017. We zaten allebei in het bestuur van de tbs-vereniging. We hadden een klik en tijdens onze bestuursperiode onderhielden we veel contact met elkaar. Toen we een eventuele samenwerking gingen onderzoeken, werd al snel duidelijk dat onze corebusiness in tbs-zaken (120 tbs-gestelden) lag. Toen was de naam Bureau TBS Advocaten snel bedacht.

Alle strafrechtadvocaten mogen tbs-gestelden bijstaan. Enkele jaren geleden merkte ik binnen de tbs een groot kwaliteitsverschil tussen advocaten. Ik werd toen regelmatig gebeld door collega’s voor gratis advies. Uit die gesprekken kon ik afleiden dat het bij veel advocaten ontbrak aan kennis op dit terrein, wat natuurlijk niet goed is. Ook dat was een reden voor de oprichting van Bureau TBS Advocaten, met succes kan ik inmiddels zeggen.

Tbs is een volledig apart rechtsgebied, heel anders dan de rest van het strafrecht. Er worden andere kwaliteiten van mij verwacht als tbs-advocaat dan wanneer ik binnen andere takken van het strafrecht opereer. In een strafzaak sta ik tegenover de officier van justitie en is het mijn taak om tothet uiterste te gaan voor mijn cliënt. Dat doe ik dan door allerlei (juridische) verweren aan te voeren voor de beste rechterlijke uitspraak. In tbs-zaken ligt dat toch net iets anders: het gaat om kwetsbare cliënten die ik verder wil helpen in hun behandeling en resocialisatie. Om hen te helpen, heb ik andere kwaliteiten nodig dan de vaardigheid om me keihard op te stellen tegen het OM of de behandelaars.”

U zegt dat tbs-advocaten andere kwaliteiten moeten hebben dan andere strafrechtadvocaten. Over welke kwaliteiten heeft u het dan? 

“Ik moet meer kunnen onderhandelen met behandelaars, klinieken of het ministerie van Justitie en Veiligheid. Als de behandeling van een cliënt op slot zit, kan ik een zorgconferentie aanvragen bij het ministerie. Dat is een soort zitting waarin ik samen met mijn cliënt en met alle bij de behandeling betrokken partijen om de tafel ga zitten om te kijken hoe we uit de impasse kunnen geraken. Daarbij moet ik als advocaat goed luisteren naar alle betrokkenen en oog hebben voor andere belangen dan alleen die van mijn cliënt. Dan komt het weleens voor dat ik mijn cliënt aanspreek op zijn motivatie. Dat zou in een strafzaak toch niet zo snel gebeuren.

Hoe beïnvloedt de uitbraak van het coronavirus uw praktijk? 

“Sinds de oprichting van ons nieuwe kantoor groeide het aantal cliënten snel. Ik heb het nooit eerder zo druk gehad als in de afgelopen maanden. Dat heeft ook een keerzijde: begin oktober 2020 kreeg burn-outklachten. Ik was op weg naar een zitting toen ik het opeens heel erg benauwd kreeg. Toen ik aankwam bij de rechtbank in Leeuwarden werden de klachten alleen maar erger. Mijn secretaresse heeft de rechtbank toen gebeld om de zitting te af te zeggen. Het bizarre was dat ik op dat moment stond lucht te happen op de parkeerplaats voor de rechtbank. Ik ben direct naar mijn huisarts gereden. Hij vertelde dat dit burn-out klachten waren. Ik moest het echt rustiger aan gaan doen. Ik was behoorlijk geschrokken. De eerste paar weken kon ik vrij weinig en had ik veel last van paniekaanvallen. Toen heb ik mijn praktijk teruggebracht naar twintig zaken. De rest van mijn zaken heb ik bij mijn kantoorgenoot en een bevriende advocaat ondergebracht. Het gaat nu gelukkig weer de goede kant op, maar stressvolle situaties mijd ik nog zoveel mogelijk. Dat is best lastig in dit werk.

De rest van het interview leest u hier.