Tbs advocaat Jan-Jesse Lieftink: In het tbs-systeem zie je hoe mensen vastlopen in een systeem, net zoals ik vastliep in mijn leven”
Naar aanleiding van het dodelijke steekincident in Rotterdam laaide afgelopen weken de discussie over de werking van het tbs-stelsel weer op. De verdachte, die lijdt aan een psychische stoornis, was eerder veroordeeld voor het steken van zijn eigen moeder. Hij werd ontoerekeningsvatbaar verklaard als gevolg waarvan tbs met voorwaarden werd opgelegd. Bij deze variant vindt geen gedwongen opname plaats en geldt een maximumtermijn van negen jaar.
Opmerkelijk, volgens sommige nieuwsberichten, want bij geweldsdelicten zou tbs met dwangverpleging op zijn plaats zijn. In dat geval vindt de behandeling gedwongen plaats in een gesloten instelling, waarbij de tbs-gestelde pas in de maatschappij terugkeert na een succesvolle afsluiting van een jarenlang traject. En soms keert hij zelfs nooit meer terug in de maatschappij.
De vraag is of zo een incident daadwerkelijk voorkomen had kunnen worden door oplegging van tbs met dwangverpleging. Deze vraag roept weer vragen op over de plaats van het tbs-systeem in het strafrecht. En hoe om te gaan met de lange wachtlijsten? Is een beter systeem voor tbs-gestelde en maatschappij überhaupt denkbaar? En hoe ziet dit er dan uit?
Het ABB sprak tbs-advocaat Jan-Jesse Lieftink over deze en andere tbs-vraagstukken, maar ook wat de jarenlange behandeling van tbs-zaken met de advocaat zelf kan doen. Jan-Jesse vertelt in het gesprek openhartig over zijn ervaringen met het overbelaste tbs-systeem.
Je hebt het over uitdagingen. Zag je aan het begin van je carrière knelpunten in het tbs-systeem die nu nog steeds spelen?
“Ja, zeker. Aan het begin van mijn carrière zaten er mensen in het tbs-systeem voor relatief lichte feiten, zoals bedreigingen. Aan hen werd dan tbs opgelegd vanwege ernstige psychische stoornissen. Deze mensen moeten eigenlijk worden behandeld in de reguliere ggz, maar die willen deze ‘forensische’ cliënten vaak niet behandelen. Tbs blijft dan vaak over als enige mogelijkheid. En daar is het tbs-systeem eigenlijk niet voor bedoeld.
Wat betreft de wachtlijsten waar we ook nu weer tegenaan lopen, dat gaat echt in een golfbeweging. Soms zie je een stijging in tbs-opleggingen door politieke en maatschappelijke invloeden. Zoals in 2017 na de zaak Anne Faber (Anne Faber werd verkracht en vermoord door Michael P. die eerder twee meisjes had verkracht maar geen gedwongen tbs kreeg, omdat hij niet wilde meewerken aan onderzoek, red.).
De maatschappij en politiek eisten toen meer tbs voor verdachten die hun medewerking weigerden aan gedragskundig onderzoek, wat weer leidde tot een toename van het aantal tbs-opleggingen. Als gevolg daarvan raakt het systeem volledig overbelast.
Een ander probleem dat je ziet in de afgelopen jaren, is dat er verdachten zijn die niet willen meewerken aan onderzoek in het Pieter Baan Centrum (PBC), terwijl de rechter ook aan dit soort weigeraars steeds vaker een tbs-maatregel oplegt. Dat vind ik een gevaarlijke ontwikkeling.”
Waarom denk je dat verdachten niet willen meewerken aan onderzoek en wat maakt dat problematisch?
“Tbs kan uitzichtloos zijn, omdat het in gevallen van een geweldsdelict geen einddatum heeft. Daarom willen de meeste verdachten liever een tijdelijke gevangenisstraf. Om tbs te voorkomen zijn verdachten vaak minder gemotiveerd om mee te werken aan een onderzoek in het PBC of aan behandeling. Ze zien geen duidelijk einde, en dat maakt het systeem soms lastig te navigeren.
Als hen ook de mogelijkheid van een maximumduur aan een verblijf in een tbs-kliniek zou worden geboden, bijvoorbeeld zes of acht jaar, zou dat tbs-gestelden een doel geven om naar toe te werken. Dat zou de motivatie om mee te werken aan behandeling aanzienlijk vergroten. Iemand zou dan na het verblijf in een tbs-kliniek kunnen doorstromen naar een minder streng regime om zo stapje voor stapje weer terug te keren in de samenleving.
Het systeem zou ook flexibeler moeten zijn om maatwerk te kunnen bieden, want de een heeft meer of andere hulp nodig dan de ander.”
Maar wat zou dat dan betekenen voor de tbs-gestelden die lijden aan zeer ernstige stoornissen en blijvend een gevaar vormen voor de maatschappij?
“Sommige tbs-gestelden zijn ernstig gestoord en hebben inderdaad langdurige zorg nodig. Voor hen zou op den duur plaatsing in een ggz-instelling met een lager beveiligingsniveau een optie kunnen zijn, zodat ze niet hun hele leven in een tbs-kliniek zitten. Ze moeten namelijk ergens terechtkunnen waar ze nog steeds de zorg en begeleiding krijgen die ze nodig hebben, maar die hoeven niet vast te zitten in het strenge tbs-regime. Je moet maatwerk leveren, omdat niet elke tbs-gestelde hetzelfde is.
Met andere woorden, je hoeft mensen niet per se levenslang op te sluiten als dat niet nodig is. Dat sommige tbs-gestelden nooit volledig zullen herstellen, betekent niet dat ze hun hele leven in een tbs-kliniek moeten zitten. Er zijn andere manieren om hen veilig te behandelen en tegelijkertijd hun kwaliteit van leven te verbeteren. Nu zijn er te veel mensen in het tbs-systeem die eigenlijk niet thuishoren in dat strenge regime, zeker niet voor hun hele leven.
Dit zie je bijvoorbeeld bij sommige zedendelicten waar de daders soms tientallen jaren vastzitten in de tbs-kliniek zonder dat ze een levenslange straf hebben gekregen. In theorie is tbs een goed systeem, maar in de praktijk zijn behandelaars soms echt te voorzichtig en dat zorgt ervoor dat mensen langer vastzitten dan nodig is.”
Denk je dat ook in het verlofstelsel meer maatwerk nodig is?
“Ja, zeker. Veel tbs-gestelden zouden eerder op verlof kunnen gaan als er meer vertrouwen was in hun behandeling. In de huidige situatie moeten ze vaak heel lang wachten voordat ze op verlof mogen, en dat leidt tot frustraties. Voor sommige tbs-gestelden zou het beter zijn als ze vanaf dag één al verlof konden krijgen, mits ze goed begeleid worden. Maar in het huidige systeem duurt het soms jaren voordat ze die kans krijgen, en dat werkt averechts.
Dit komt omdat er veel bureaucratie in het verlofstelsel zit. Alles moet door verschillende instanties worden goedgekeurd, en dat zorgt voor vertraging. Als je het verlofproces soepeler laat verlopen, kunnen tbs-gestelden sneller re-integreren en raken ze minder gefrustreerd. Dat is uiteindelijk beter voor de tbs-gestelde en de maatschappij.
”Wat zijn wat jou betreft de meest urgente knelpunten op dit moment?
“Het grootste probleem in het tbs-stelsel zijn momenteel de lange wachttijden en het gebrek aan doorstroom. Tbs-gestelden zitten vaak te lang in dezelfde fase van hun behandeling, zonder dat er vooruitgang wordt geboekt. Dat leidt tot frustraties en demotivatie zoals ik net aangaf.
Daarnaast is het systeem vaak te rigide, waardoor er te weinig maatwerk mogelijk is. Je hebt cliënten die veel sneller zouden kunnen doorstromen, maar door de bureaucratie en het gebrek aan flexibiliteit gebeurt dat niet. Er zijn ook echt te veel regels waar ze zich allemaal aan moeten houden.”
Welke mogelijke oplossingen zie je voor die wachttijden en het gebrek aan doorstroom?
“Er moet ook hier meer flexibiliteit komen in het systeem. Klinieken moeten sneller kunnen beslissen over verlof en overplaatsing naar een andere instelling. Dat betekent ook dat er meer plekken beschikbaar moeten zijn in vervolginstellingen, zoals ggz-instellingen of beschermde woonvormen.
Daarnaast moeten er meer middelen worden vrijgemaakt om de personeelsproblemen in de klinieken op te lossen. Het huidige personeelstekort zorgt voor vertragingen in de behandeling, en dat maakt het voor cliënten alleen maar moeilijker.”
Afgelopen zomer riep je de Vaste Tweede Kamercommissie Justitie en Veiligheid op LinkedIn op om met jou te spreken over jouw voorstel tot verhoging van de maximumstraffen voor tbs met voorwaarden. Wat houdt dat voorstel in?
“Het huidige systeem zit vast in een dilemma. Aan de ene kant willen we de samenleving beschermen, maar aan de andere kant wil je ook een eerlijke straf voor de dader.
Door de maximumstraf voor tbs met voorwaarden te verhogen van vijf naar tien jaar, geef je rechters meer ruimte om maatwerk te bieden. Het biedt rechters de mogelijkheid om langere straffen te combineren met tbs met voorwaarden in plaats van tbs met dwangverpleging. Zo kun je de risico’s beter beheersen zonder iemand eeuwig vast te zetten.
Zo kan de rechter bij een ernstig misdrijf toch tbs met voorwaarden opleggen, waaronder een gedwongen behandeling. Daarmee ondergaat de verdachte na zijn gevangenisstraf een tbs-maatregel met een vorm van gedwongen behandeling maar wel met een einddatum in plaats van tbs met dwangverpleging zonder enig perspectief.
Ik heb politici uitgenodigd om hierover te praten, en ik heb inmiddels gesprekken gevoerd met enkele van hen. Wat opvalt, is dat er wel draagvlak is voor verandering, maar dat men huiverig is voor negatieve reacties vanuit de maatschappij. Zeker na het heftige incident van 19 september 2024 zal dit het draagvlak in de samenleving niet vergroten. Maar vergeet niet: dit is een incident.”
In deze zaak stak een 22-jarige Amersfoorter een andere man dood bij de Erasmusbrug in Rotterdam. Al snel verschenen verschillende mediaberichten waarin kritiek werd geuit op het feit dat deze man buiten liep terwijl hij eerder tbs met voorwaarden opgelegd had gekregen vanwege een ander incident. We vroegen Jan-Jesse wat de rol is van de media in tbs-kwesties.
“Ik denk dat de media te veel de nadruk leggen op de negatieve kanten van het tbs-systeem. De media richten zich vooral op de incidenten waarbij het misgaat, zoals wanneer een tbs-gestelde tijdens verlof een misdrijf pleegt. Maar ze geven nauwelijks aandacht aan de gevallen waarin het wel goed gaat. Dat geeft een vertekend beeld van het tbs-systeem. Natuurlijk zijn er problemen, maar er zijn ook veel succesverhalen die nooit worden belicht.
Ik denk dat er meer transparantie moet komen over hoe het systeem werkt en wat de resultaten zijn. De succesverhalen moeten meer aandacht krijgen, zodat mensen begrijpen dat tbs in veel gevallen goed werkt. Het zou ook helpen als de klinieken en advocaten meer zouden communiceren over de positieve resultaten van tbs-behandelingen. Dat zou het beeld in de maatschappij kunnen veranderen.
Tbs-klinieken kruipen te vaak weg voor hun verantwoordelijkheid bij incidenten. Terwijl ze juist dan voor hun organisatie moeten gaan staan, de fouten moeten toegeven en moeten benadrukken wat er wel allemaal goed gaat. Er is echter te veel angst. En dat is doodzonde. Ik zeg juist bij incidenten: ‘Ga aan die talkshowtafel zitten en leg uit waar je dag in dag uit mee bezig bent en dat daarin fouten worden gemaakt.’ Media-aandacht, ook al is die negatief, biedt ook kansen, wil ik maar zeggen.”
Denk je dat de publieke opinie invloed heeft op hoe tbs-zaken worden behandeld?
Zeker. De publieke opinie speelt een grote rol in hoe rechters en politici omgaan met tbs-zaken. Na een incident als de zaak Anne Faber zie je meteen een verharding in de aanpak van tbs, omdat de maatschappij strenge maatregelen eist. Dat is begrijpelijk, maar het zorgt er ook voor dat er minder ruimte is voor nuance en maatwerk. De angst voor recidive neemt dan de overhand, en dat heeft invloed op hoe zaken worden behandeld.”
Lees hier de rest van het interview met Jan-Jesse Lieftink.