2024-02-22

Hun pleegzoon wacht al 16 maanden op tbs-plaatsing

Wachtlijst Het tbs-systeem loopt vast: te veel nieuwe patiënten, te weinig patiënten die worden ontslagen. De pleegzoon van de familie Henkelman staat al 16 maanden op een wachtlijst. De rechter wees spoedplaatsing af. Tbs-advocaat Jan-Jesse Lieftink staan hen bij en komt ook zelf met oplossingen voor de wachtlijst in de vorm van een position paper.

Ter beschikking gesteld aan de Staat, dat is tbs. Alleen, de Staat kan er weinig mee. Het systeem piept en kraakt al een tijdje. Tbs-advocaten zien dat hun cliënten soms twee jaar moeten wachten op een plek. Ze zitten hun wachttijd uit in de gevangenis, of in de kliniek waar ze zijn uitbehandeld, hopend op een vervolgplek buiten de muren. Het leidt tot frustratie, want ook hun levens staan in de wacht.

Het aantal wachtenden is sinds 2021 meer dan verdubbeld, van 64 passanten tot meer dan 150 eind 2023. Hun gemiddelde wachttijd is een jaar. Oorzaak is onder meer een stijging van het aantal tbs-opleggingen sinds de dood van de 25-jarige Utrechtse studente Anne Faber in 2017. Daarnaast zijn rechters vanwege het maatschappelijk sentiment minder geneigd een tbs-maatregel te beëindigen en speelt mee dat in het verleden enkele klinieken zijn gesloten wegens bezuinigingen.

En de tekorten zullen de komende jaren aanhouden, schreef minister van justitie Franc Weerwind eind januari in een brief aan de Tweede  Kamer. “De behoefte groeit harder dan dat we extra aanbod kunnen realiseren.” De minister beloofde te kijken naar oplossingen, ook “onconventionele”, maar gaf tegelijkertijd aan dat mede door de toegenomen instroom het probleem “niet eenvoudig” is verholpen.

Tbs-advocaat Jan-Jesse Lieftink denkt graag mee. “Geef als minister een signaal af aan rechters om minder tbs op te leggen”, schreef hij deze maand in een position paper aan de minister. “Of start de tbs-behandeling vanuit de gevangenis door de ontvangende tbs-kliniek. Of heropen de in 2014 gesloten tbs-kliniek Oldekotte.” Maar zolang dat allemaal niet gebeurt, zit er volgens hem weinig anders op dan procederen om voor zijn cliënt voorrang te krijgen op de wachtlijst.

Lieftink deed zo’n zaak eerder in 2009, toen in de tbs hetzelfde capaciteitstekort speelde. In uitzonderlijke gevallen bleek de rechter voorrang te verlenen. Zoals bij een tbs-gestelde die al 1.160 dagen langer in de gevangenis wachtte op een plek dan nodig was. En bij een tbs-gestelde die zo zwaar psychiatrisch was dat hij “detentieongeschikt” werd verklaard. Maar dat zijn de uitzonderingen, want voorrang verleent een rechter liever niet. En intussen is er een praktijk ontstaan waarbij de Staat erkent dat deze onrechtmatig handelt als een tbs-gestelde meer dan vier maanden moet wachten op een plek. De wachtende tbs-gestelde krijgt dan een schadevergoeding van 250 per maand en vanaf de zevende maand 375 euro.

Het spoedappel dient op 25 maart a.s. bij het Gerechtshof in Den-Haag.

 


Bron: NRC