2024-04-24

Staat hoeft tbs-veroordeelde niet met voorrang in Almeerse kliniek te plaatsen

Een man die in 2022 tot tbs met dwangverpleging werd veroordeeld hoeft niet met voorrang in de Oostvaarderskliniek in Almere te worden geplaatst. Dat heeft het gerechtshof in Den Haag beslist, in een kort geding dat door de advocaat van de tbs'er Jan-Jesse Lieftink was aangespannen.

De man wil behandeld worden op een speciale afdeling voor psychiatrische patiënten in de Almeerse kliniek. Hij staat op de derde plek op de wachtlijst. Onduidelijk is hoe lang het nog gaat duren voordat hij er terecht kan.

Niet geschikt voor detentie
Tbs-advocaat Jan Jesse Lieftink spande een zaak aan, omdat zijn cliënt niet geschikt zou zijn voor het verblijf op de psychiatrische afdeling van een gewone gevangenis. Bijzondere omstandigheden zouden maken dat voorrang op zijn plaats was.

Het gerechtshof noemt de situatie onbevredigend. Toch ziet het hof geen aanleiding om de Staat te bevelen de tbs'er met voorrang te plaatsen. Volgens het hof betekent voorrang geven aan de één, dat anderen worden gepasseerd. En de andere wachtenden staan al langer op de wachtlijst dan de cliënt van de advocaat.

Voorrang wel mogelijk
Het is wel mogelijk om iemand voorrang te geven op de wachtlijst, maar de beoordeling van de noodzaak daartoe ligt bij de Staat.

Het Hof denkt dat de Staat 'in redelijkheid' tot het standpunt is gekomen en dat er geen sprake is van bijzondere, zwaarwegende omstandigheden.

Advocaat teleurgesteld

Advocaat Lieftink is teleurgesteld in de beslissing van het hof, dat volgens hem niets anders zegt dan het tbs-beleid terughoudend te kunnen toetsen.

De advocaat vindt dat juist het hof een sprong voorwaarts had moeten maken. "Het hof had het tbs-wanbeleid van de afgelopen jaren echt moeten veroordelen, door mijn cliënt eerder te plaatsen in de Oostvaarderskliniek", aldus Lieftink.De advocaat zegt in gesprek te zullen blijven om zijn cliënt zo snel geplaatst te krijgen. Ook stelt hij de afgelopen maanden druk in gesprek te zijn geweest met het ministerie en politiek over oplossingen voor de oplopende wachtlijsten.

Hij hoopt dat deze gesprekken een vervolg krijgen, maar hij is bang dat met deze beslissing van het hof hier een einde aan zal komen.